holiday of your dreams
Kerstvakantie = Christmas holidays
paasvakantie = Easter holidays
zomervakantie = summer holidays
de vakantie doorbrengen = to spend your holiday
een vakantie van 14 dagen = a
fortnight's holiday
op vakantie gaan = to go on holiday
een pension = a guest house
camping = campsite
op een camping = at a campsite
een plaats
op een camping = a place at a campsite
kamperen = to camp
gaan kamperen = to go camping
een kamer boeken/reserveren = to book
a room
Ik zou graag een kamerwillen boeken. = I would like to book a room.
een boeking
annuleren = to cancel a booking
Wilt u mijn boeking bevestigen? = Willyou please confirm my booking?
in een hotelverblijven/logeren = to stay at a hotel
eenpersoonskamer = single room
tweepersoonskamer = double room
logies met ontbijt = bed and breakfast
vol pension = full board
half pension (ontbijt + warme maaltijd) = half
board
Wat is de prijs per week voor vol pension? = What are theterms per week (weekly
terms) for fullboard?
Is BTW bij de prijs inbegrepen? = Does the
price include VAT ?
een brochure over = a brochure about
de bezienswaardigheden bezoeken = to see the sights
van l tot en met 10 juli = from l to 10 July
inclusive
logeren bij vrienden/bij een familie = to stay with
friends/with a family
Wanneer heb je vakantie? = When
will you have your holidays?
verblijf/logeerpartij = stay
Ik heb van het verblijf genoten. = I
enjoyed my stay.
reis = journey/voyage(over zee)
De overtocht duurde zes uur. = The
crossing took six hours.
zeeziek = seasick
door de douane gaan = to go through customs
een douanebeambte = a
customs officer
Het vliegtuig had tien minuten vertraging. = The
plane was ten minutes late.
de portokosten terugbetalen = to refund the postage
onderdak/accommodatie = accommodation
vakantie-appartement = holiday flat
vakantiehuisje = holiday cottage
vakantiebungalow = holiday bungalow
jeugdherberg = youth hostel
een kamer
met uitzicht opzee = a room with a sea view
een badplaats = a seaside resort
een VVV-kantoor = a tourist information centre
een reisbureau = a travel agency
Ik ben naar Londen geweest. = I have
been to
fietsen huren = to hire bicycles
een aanbetaling doen = to pay a deposit
Mijn tent is 3 bij
surfplank, zeilplank = windsurfing board
dichtbij het
strand = close to the beach
ansichtkaart = picture postcard
Boeken = book
Reizen = travel
Met de auto/trein/vliegtuig.. = by car/train/plane…..boat etc.
Droomreis = dream trip
Reis = journey
Uitstapje = trip
Koffer = suitcase
Land = country
Hotel = hotel
Pension = guesthouse, boarding house
Jeugdhotel = youth hostel
Eenpersoonskamer = single room
Tweepersoonskamer = double room
Kamer metontbijt = bed and breakfast
Halfpension = half board
Vol
pension = full board
Buitenland = abroad
Stad = city, town
Hoofdstad = capital city
Verzekeren = insure
Verzekering = insurance
Annuleren = cancel
Annulering = cancellation
Annuleringsverzekering = cancellation insurance
Veertiendagen = a fortnight
Vertrekken = leave
Aankomen = arrive
Van …. Tot
… = from….until …..
Zomer
/winter = summer / winter
Lente /herfst = spring / autumn
Camping = camping site
Kamperen = camp
Ik wil graag een reis boeken naar …..
= would like to book a trip to …..
Heeft u een kamer vrij? = Have you got any vacancies?
Kan ik een kamer reserveren? = Can I book a room?
Ik wil met het vliegtuig reizen. = I want to travel by plane
Ik wil een verzekering afsluiten. = I want to effect an insurance.
Mag ik een plaats aan het raam? = Can I have a seat at the window?
Ik houd van zeilen / surfen/ bergbeklimmen … = I like sailing / surfing/climbing mountains